DE ARCTISCHE GEDICHTEN
Introductie en vertaling M. Vanderzee
Hoewel hij minder bekend is, kan Vicente Huidobro (1893-1948) er samen met Pablo Neruda, Gabriela Mistral, Pablo de Rokha en Nicanor Parra aanspraak op maken de belangrijkste Chileense dichter van de 20e eeuw te zijn. En samen met Neruda, internationaal gezien, de invloedrijkste.
Zijn vroege jeugd brengt Huidobro, geboren in Santiago in een aristocratische familie, door in Europa. Na zijn terugkeer in Chili studeert hij literatuur en publiceert op zijn 18e zijn eerste dichtbundel. Hij is actief in literaire kringen en richt verschillende tijdschriften op, onder anderen met De Rokha.
De poëzie van Huidobro wijkt, in de lijn van Un coup dés jamais n’abolira le hasard (1897) van Stéphane Mallarmé, radicaal af van de romantisch-sentimentele en exuberante tendens zoals die in de Spaanstalige literaire wereld in eerste instantie werd vertegenwoordigd door de poëzie van Ruben Dario en later door Neruda.
Huidobro is de gangmaker van de literaire avantgardebeweging die als ‘creationisme’ bekendstaat. Deze beweging streefde naar een grondige vernieuwing van de poëtische expressiewijze, die in het kort neerkomt op een sterk geserreerd, suggestief taalgebruik, met nadruk op de metafoor en met typografische ondersteuning van de ritmiek, in sommige gedichten, zoals Huidobro’s ‘Moulin’ uit 1917, vergelijkbaar met de calligrammen van Guillaume Apollinaire.
Het gedicht wordt in het creationisme als een zelfstandig organisme beschouwd dat een eigen wereld tegenover ‘de realiteit’ schept. In een van zijn verzen brengt Huidobro dit fundamentele kosmogonische aspect op licht ironische wijze tot uitdrukking: ‘De dichter is een kleine god.’
In 1916 publiceert Huidobro in Argentinië zijn eerste creationistische bundel, El espejo de agua. In hetzelfde jaar vertrekt hij naar Parijs, waar hij in kunstenaarskringen verkeert en vriendschap sluit met Pierre Reverdy. Hij publiceert, in het Frans, in diens literaire tijdschrift Nord-Sud, waarin ook poëzie van Guillome Apollinaire, Max Jacob en André Breton verschijnt.
Vanaf dat moment beginnen de poëzie en poëtica van Huidobro grote invloed uit te oefenen op jonge Spaanse dichters, zoals die van de bekende Generatie van 27, en ook op de poëtische avantardebeweging van het ‘ultraïsme’ in Madrid, waar onder anderen de jonge Jorge Luis Borges deel van uitmaakt.
In 1918 publiceert Huidobro in Madrid naast Poemas árticos een lang gedicht in boekvorm getiteld Ecuatorial en in 1931 zal zijn nog langere magnum opus Altazor verschijnen. Maar in mijn ogen brengen juist de korte gedichten van Poemas árticos het beste de poëtica van Huidobro tot uitdrukking, vooral vanwege hun in alle opzichten sferische karakter. Volgens Paul van Ostaijen moet een gedicht even afgerond, in zichzelf gesloten zijn als een dier. De gedichten in Poemas árticos beamen dit ten volle. En in een treffend beeld in het gedicht ‘Sneltrein’ ook expliciet: ‘Honderd wijze schepen die hun vleugels hebben samengevouwen.’
____________
SNELTREIN
Een krans zou ik kunnen vlechten Londen Madrid Parijs In de vlaktes fluiten IEDEREEN LOOPT HIER VERLOREN Van alle rivieren die ik heb bevaren De Amazone De Seine Honderd wijze schepen En mijn lied van dolende zeeman De geur van de Mont Rose opsnuiven Een fluitsignaal doorklieft de lucht Dit is geen kinderspel VOORWAARTS De gebochelde Apennijnen De sterren van de oase In de bergen GINDS ZULLEN ZE OP ME WACHTEN Goede reis TOT MORGEN Iets verderop De rivieren stromen onder de schepen door ________ NACHT Over de sneeuw hoor je de nacht glibberen Met een blik stak ik mijn sigaret aan Na elke haal blaas ik In de haven OP DE GOLVEN DEINT HET DOODSTILLE SCHIP Ik sta fluitend op de kade ______ WEG De regen is opgehouden Het lied dat ik begonnen was ben ik vergeten De vogel die uit mijn borst is opgevlogen Onder de bruggen WAAR BEN JE Blijf achter mijn liederen aan marcheren De weg verdwijnt Alle sterren zijn gevallen Mijn lied is verstrikt geraakt De regen is opgehouden De maan en de zakdoek _________________ KLOKKETOREN Bij elke klokslag Vogels met omgekeerde vleugels waarop het eerste lied is gevallen Diep in de middag in elk blad trilt het hart en met elke pas wordt er een ster ontstoken De ogen bewaren iets In de verte ____________ POOLZEEËN De poolzeeën Boven de poolzeeën ____________________________________________________________________________________________
|